zaterdag 5 juli 2008

Deel 7: Pas Gepoetst Gietijzer

De zon stond hoog aan de zinderende hemel en keek neer op de dorre vlakte. De vlakte op zijn beurt lag er stil en uitgestorven bij op één uitgemergelde cactus na, die ondanks zijn miezerigheid trots pronkte met de enkele roze bloem die zijn prikkelbare voorhoofd ornamenteerde. De cactus was vandaag precies negen jaar oud en vierde dit heuglijke feit in stilte en afzondering. Zijn schaduw, die als een mythologische drietand het eeuwige zand bedekte, lag rustig te zinderen tussen de korrels toen er plotseling een andere schaduw aan kwam glippen. Deze schaduw zag er niet uit als een drietand. Deze schaduw had een hoofd en eindeloze armen en benen, die enkele minuten de tijd namen de drietand te passeren om vervolgens hun eigenaar te introduceren; het was een vroeg-oude knaap met een baard die gewoon rossig was maar zelfs voor de grap grijzig aandeed, en een bril, hij droeg een gewoon beige overhemd, dat hij wegens de hitte had losgeknoopt en een ribbroek, omgeslagen tot de knieën. Zijn schoenen had hij al dagen geleden geloosd, omdat ze door de reis kapot en onbruikbaar waren geworden.

Eenmaal bij de cactus aangekomen bleef hij een moment staan om verschillende terugkerende gewoontes af te gaan. Zo veegde hij het zweet van zijn voorhoofd, zuchtte eens diep en slaakte een smekende zucht die, na geslaakt te zijn, meteen ongrijpbaar wegglipte om de gieren te alarmeren. De man keek hem na, zodoende de jarige cactus in de zijlijn van zijn periferie opvangend. Hee, dacht de man abrupt, en draaide zijn hoofd synchroon met die gedachte een kwartslag in de logische richting. In de hieropvolgende ettelijke minuten volgde er een stille dialoog zonder betekenis tussen de man en de cactus. De man naderde bedaard - snel naderen zou geen verstandig idee zijn gezien de hitte. Eenmaal bij de cactus aangekomen bekeek de man het groeisel aandachtig. Hij liep er zelfs een paar keer om heen om het geval van alle invalshoeken te leren kennen.
"Een cactus" zei de man, wellicht ten overvloede, "met een roze bloem."
Omdat elke woord dat de man zei enige tellen in de lucht leek te blijven hangen alvorens te ontploffen met een kleine zindering, zweeg de man en betaste de elf blaadjes van de bloem intussen zachtjes.
"Elf blaadjes" mompelde de man, alweer hardop, "zou dat iets betekenen?"
De man schudde zelf zijn hoofd afkeurend ter antwoord en waagde een nieuwe poging met een belangrijkere vraag:
"Zou dat eetbaar zijn?"
Opnieuw antwoordde er niemand. En ondanks het feit dat de man dit allang gewend had moeten zijn, werd hij er nu en dan toch nog even treurig van. Er was hier niemand die deze vraag voor hem zou kunnen beantwoorden, behalve de cactus. Maar cactussen praten nooit. Er zat niets anders op dan het antwoord zelf te vergaren met behulp van een praktisch experiment ter plaatse. Zijn hand bewoog al naar de plantaardige feestmuts. En met een onbehoorlijk agressieve ruk van jewelste scheurde hij de bloem plotseling uit de cactus. Hij schrok er zelf misschien nog wel het meest van. Hij begon zelfs eventjes verontschuldigend te kuchen. Maar omdat hij dat eigenlijk onzin vond, haalde hij zijn neus op en stopte het ding nu verder zonder aarzelen in zijn mond, om het even later gekauwd en wel door te slikken.
De reiziger liep nu zwijgend verder en voelde zich voldaan en tevreden.

Na ongeveer een kwartier begon zijn maag een beetje te klagen.
"Ach" dacht de man, en liep door zonder hier aandacht aan te besteden.
Na nog een kwartier was het geklaag van zijn maag veranderd in een kolossaal, afkeurende gebrul dat niet meer genegeerd kon worden. De man stond dan ook stil en plaatste zijn handen tegen zijn maagstreek. In de volgende seconde gebeurden er verschillende dingen tegelijkertijd. Niet alleen kwamen de gedachtes misschien moet ik even zitten en misschien moet ik even liggen tegelijkertijd in hem op, ook voerde hij beide gedachtes gelijktijdig uit. Voor een toeschouwer moet dit er uit hebben gezien alsof de man vliegensvlug ter aarde was gestort als een dronkelap. En waarschijnlijk zit die interpretatie van de gebeurtenis niet ver naast de waarheid, want de reiziger lag nu inderdaad voor apegapen in het zand te zinderen en keek draaierig omhoog. Daar hing een gouden, immense bol aan de lucht. De zon natuurlijk, dacht de man, wat anders? En pal naast de zon fladderde een zwart ding. Wat was dat? Een wolk? Nee, natuurlijk niet. Maar wat dan? Het ding kwam dichterbij. Het ding kwam steeds dichterbij. Terwijl het zand om de man zinderde en zijn blikveld trilde en zijn maag tolde, kwam het zwarte ding telkens dichterbij tot het naast de ongelukkige neerzeeg en haar vleugels inklapte als twee futuristische paraplu's. Het was een kolossale vleermuis met donkere, ovale ogen van smaragd.
"De Gevederde!" kreunde de man vol respect en afschuw.
De man sloot zijn ogen vermoeid en liet zijn lichaam stilletjes aan, hoewel met rap tempo en een eervolle ricochet op het zand vallen.

De Gevederde deed nu haar zwarte mantel af en richtte haar gerafelde, doorschijnende gezicht met de benige, met vel overtrokken neus, richting de gouden bol aan de hemel en bedankte hem met een gefluisterde mantra, om vervolgens vals en tandeloos te glimlachen.In het zand lag een glazen potje met een grauwe dop van schapenleer. Zonder aarzelen pakte ze het ding op en hield het voor haar ovale, groene ogen.
"Zo" mompelde ze ziektekiemverspreidend, "weldra is mijn verzameling voltooid".
Ze sloot haar ogen en knikte een paar keer.
"En dan begint alles pas", voegde ze hier nog aan toe.
Nog éénmaal keek ze vluchtig naar de zon. Toen repte ze zich met rasse schreden terug in de richting van haar voetsporen.

Het vallen van de avond bracht een onaangekondigde zandstorm met zich mee, die alle wel en niet zichtbare sporen van de afgelopen dag meedogenloos uitwiste. Zo ook de zwarte mantel, die eenzaam en vergeten het zakken van de zon had gadegeslagen. Eenmaal begraven lichtte hij nog éénmaal furieus op met een fluorescerende kleur van pas gepoetst gietijzer.
De Gevederde zag dit vanuit haar raam en liep toen naar de kast tegen de muur. De planken stonden vol met glazen potjes in verschillende afmetingen en vormen. Ergens in het midden was nog een plekje over. De Gevederde zuchtte tevreden en vulde de lege plek met haar nieuwste aanwinst.

3 opmerkingen:

Unknown zei

Canvas is een uitkomst!
Ik heb Monty Python, Twin Peaks en Fawlty Towers op Canvas gekeken..

Oja, best lachen stukkies trouwens op deze blog..Ik ga ook maar weer eens bloggen. Maar niet nu, eerst ga ik Bijbel lezen..

Timon zei

Dat was ik dus, maar dan incognito..

Frans zei

"leuk maar"